Leven in verbondenheid
LEESTEKST
verbondenheid - kernwoord in het leven van de gelovige
Wanneer je een typering wilt geven van het leven van christenen, kun je dat heel goed doen met de uitdrukking ‘leven in verbondenheid’. Een gelovige leeft in verbondenheid met God en met mensen om hem heen - medechristenen en niet-gelovigen. Die dubbele verbondenheid komen we tegen in het grote gebod dat Jezus gaf als levensmotto voor al Zijn volgelingen: “Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grote en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf” (Mattheüs 22:37-39). Onze liefde tot God en de naaste is gebaseerd op en gevoed door Gods liefde voor ons. “Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat iedereen die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft” (Johannes 3:16).
Ook in het Nieuwe Testament komt het woord ‘verbondenheid’ voor. Paulus schrijft bij voorbeeld dat hij Timotheüs naar de gemeente van Korinthe gestuurd heeft; “hij zal u in herinnering brengen hoe ik in verbondenheid met Christus Jezus leef” (1 Korinthiërs 4:17). En in Openbaring 14:13 wordt duidelijk hoe belangrijk het is, in en door het geloof verbonden te zijn met Christus: “Gelukkig zijn zij die vanaf nu in verbondenheid met de Heer sterven”. En in Filippenzen 2:1-2 noemt Paulus de verbondenheid met de Heilige Geest, die hij koppelt aan het eensgezind zijn, verbonden zijn met elkaar: “Nu u door Christus zozeer bemoedigd wordt en liefdevol getroost, nu er onder u zo’n grote verbondenheid met de Geest is, zo veel ontferming en medelijden, maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één van geest”.
De verbondenheid met elkaar is als de keerzijde van de medaille, zoals duidelijk te lezen valt in 1 Johannes 1:3 : “Wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen we ook aan u, opdat ook u met ons verbonden bent. En verbonden zijn met ons is verbonden zijn met de Vader en met zijn Zoon Jezus Christus”.
de grote lijn

Het begint bij de schepping. God had de mens goed geschapen. De mens leefde in verbondenheid met zijn Schepper, in een kind-Vader- verhouding. Door de zonde heeft de mens deze liefdevolle verbondenheid verbroken. Adam en Eva verborgen zich voor God (Genesis 3:8). Tegelijk is de goede verhouding tussen mensen onderling verbroken: Adam en Eva schaamden zich voor elkaar; Kaïn vermoordde zijn broer Abel. Ten derde is de verhouding tot de natuur of schepping verstoord: de aarde brengt dorens en distels voort (Genesis 3:18). Tenslotte is de verhouding van de mens tot zichzelf niet meer in orde: hij heeft geen rust meer.
genade-verbond
vóór Abraham
Direct na de zondeval zocht God de mens weer op: "Waar ben je?" (Genesis 3:9). En in Genesis 3:15 voorzegt de Heer, dat de duivel - die de diepste oorzaak is van de breuk tussen de mens en God - uiteindelijk het onderspit zal delven. Een lichtpunt voor de mens.
verbond met Abraham

verbond met Israël
Na de uittocht uit Egypte kwam Israël in de woestijn. Hoe moest het nu verder? Zonder de nabijheid van God zou het onmogelijk zijn om in het beloofde land te komen.
verbond met David
een nieuw verbond
En weer komt de Heer naar de mens, Zijn volk toe: in Jeremia 31:31-34 belooft Hij een nieuw verbond te zullen sluiten. Er zal een grotere persoonlijke betrokkenheid zijn, want "Ik zal mijn wet in hun hart schrijven".
Definitief grijpt God in de uitzichtloosheid en hopeloosheid van de mens in: door Zijn Zoon Jezus Christus. Hij is gekomen om de kloof tussen God en mens te overbruggen. Die kloof wordt overbrugd, wanneer de zonde vergeven is en dus niet meer in de weg staat. Christus heeft door Zijn dood en opstanding de weg tot God vrijgemaakt: het nieuwe verbond is realiteit.
En er is een grotere persoonlijke betrokkenheid: God vraagt nog steeds geloof, maar geeft direct Zijn Heilige Geest om dit geloof te verwekken en te laten groeien.
wijde perspectieven
Dankzij Christus, de Middelaar van het nieuwe verbond, kan de Heer onze God zijn. Door, net als Abraham, te geloven en te vertrouwen op de beloften van de Heer, wordt de relatie met Hem hersteld en zijn wij verbonden met Hem. Dan kan ook de relatie ten opzichte van andere mensen goed worden. Dan kan de verhouding tot jezelf hersteld worden, omdat Christus rust geeft voor de ziel (Mattheüs 11:29). En uiteindelijk zal de verhouding tot de schepping ook hersteld worden, wanneer Gods nieuwe hemel en nieuwe aarde zullen komen bij de wederkomst van Christus.
samengevat
GODS VERBOND
-
- De grote lijn bij Gods verbond is: de Heer verbindt Zich aan mensen, die leven in een hopeloze en uitzichtloze situatie. Dat is Zijn genade.
- Gods verbond heeft als kern: "Ik zal jullie God zijn en jullie zullen Mijn volk zijn".
- Dit kan alleen als de verbroken relatie hersteld is. Jezus Christus is gekomen om dat herstel tot stand te brengen.
- Het genadeverbond kent verschillende "fasen": de belofte in het paradijs, het verbond met Noach, met Abraham, met Israël, met David, het nieuwe verbond met Jezus Christus als middelaar.
- Het verbond heeft wijde perspectieven: uiteindelijk zal bij de wederkomst van Jezus alles nieuw worden.