De voorhof 


In de voorhof stonden het brandofferaltaar en het wasbekken.
  

In hfdst.30 van het bijbelboek Exodus lezen we dat God tegen Mozes zegt:

Wasbekken"Maak een bronzen wasbekken op een bronzen onderstel, voor de wassingen. Zet het tussen de ontmoetingstent en het altaar en doe er water in. Met dit water moeten Aäron en zijn zonen hun handen en hun voeten wassen. Ze moeten dit doen voordat ze de ontmoetingstent binnengaan, anders zullen ze sterven. Ook wanneer ze dienst gaan doen bij het altaar en de HEER een offer gaan brengen, moeten ze hun handen en hun voeten wassen, anders zullen ze sterven".

  

Aäron was de eerste priester die werkte in de tabernakel. Hij was de broer van Mozes. Zijn zoons en later kleinzoons, achterkleinzoons enz. waren ook priester. Ze moesten schoon bij God komen. Je kunt natuurlijk niet met vieze voeten en vieze handen Gods huis binnen lopen.

Wel erg streng dat God zegt: "Als ze zich niet wassen, zullen ze sterven". Dat wordt zo streng gezegd, omdat mensen alleen maar bij God kunnen komen, als ze schoon (rein) zijn. Je kunt eigenlijk pas echt rein zijn, wanneer je zonden vergeven zijn. Daarom was het brandofferaltaar ook zo belangrijk.

 

Het brandofferaltaar is het eerste wat je tegenkomt als je de tabernakel in komt lopen. Het altaar is best groot: 2,25 meter lang en 2,25 meter breed. Op de vier hoeken zaten vier koperen hoornen. Het brandoffer-altaar werd van acaciahout gemaakt en met koper overgoten. Verder was er allerlei gereedschap om te gebruiken voor het altaar (potten voor het wegruimen van de as, scheppen, offerschalen, vorken en vuurbakken). Er was een soort hekje om het altaar heen gemaakt, als een soort tralies. En daaraan werden weer 4 ringen gemaakt en er werden draagstokken gemaakt. In het altaar zat ook een traliewerk. Je moet ongeveer denken aan een soort barbeque. Het is misschien een rare vergelijking maar daar leek het wel op. Op dit koperen brandoffer-altaar werden namelijk dieren geofferd. De mensen kwamen om een dier te slachten en te offeren aan God om zo vergeving van hun zonden te krijgen.

Brandofferaltaar

Wat is acaciahout?

  

Door een dier (schaap of koe) te offeren, zeiden de Israëlieten als het ware: "Here God, ik heb spijt van mijn zonden. Wilt U mij vergeven? Dan zal het weer goed zijn tussen mij en U". En God wilde dan vast en zeker de zonden vergeven; dat had Hij zelf beloofd.

Offers brengen op een altaar, dat hoeft nu niet meer. Jezus is voor ons aan het kruis op Golgotha gestorven. Hij heeft zijn leven opgeofferd, zodat wij nooit meer offers aan God hoeven te brengen op een altaar.
Wij mogen aan de Here God ook om vergeving vragen. Dan kan door eerlijk te bidden. En je mag zeker weten, dat God alles wat je verkeerd gedaan hebt, wil vergeven. Zo is Hij gewoon. Mooi hè!
  

He died for you

 


 <<< Vorige pagina          Volgende pagina >>>